De lage rug
Botten
De menselijke wervelkolom bestaat uit wervels die op elkaar gestapeld zijn. De wervelkolom is onderverdeeld in drie regio’s: zeven halswervels (de nek), twaalf borstwervels (de borstwervelkolom) en vijf lendenwervels (de lage rug). Hieronder bevinden zich het heiligbeen en het staartbeen.
Tussenwervelschijf
Tussen de wervellichamen, net voor het ruggenmerg, bevinden zich speciale kraakbeen schijven, de tussenwervelschijven. Elke tussenwervelschijf heeft een zacht, half vloeibaar centraal gedeelte, de kern. Deze kern wordt omgeven en op zijn plaats gehouden door een kraakbeenring. De tussenwervelschijven lijken op rubberen leertjes in een kraan en gedragen zich als schokdempers. Ze zijn elastisch, kunnen van vorm veranderen en laten op die manier bewegingen toe tussen de wervels onderling en van de rug in zijn geheel.
Gewrichtskapsel
De gewrichten worden bijeen gehouden door de weke delen die er omheen liggen, voornamelijk door het gewrichtskapsel dat versterkt wordt door gewrichtsbanden (ligamenten).
Spieren
Spieren verlopen over één of meerdere gewrichten van de lage rug, sommigen omhoog naar de romp, anderen omlaag naar het bekken. De spieren gaan over in pezen waarmee zij aan de botten vastzitten. Spieren hebben meerdere functies. Ze maken bewegingen van de lage rug mogelijk, zorgen voor de stabiliteit van de lage rug en begrenzen de bewegingen van de lage rug.
Zenuwen
Indien alle wervels op elkaar gestapeld zijn, dan vormen al deze openingen het wervelkanaal. Dit kanaal is een stevige doorgang voor de zenuwbundel, die loopt vanaf het hoofd tot het bekken, het zogenaamde ruggenmerg.
Tussen de wervels zit aan weerszijde een kleine opening. Hier doorheen verlaten de rechter en linker ruggenmergzenuw het wervelkanaal. De zenuwen voorzien de spieren van kracht en de huid van gevoel. Met andere woorden, door de zenuwen kunnen we bewegen en voelen we temperatuur, druk en pijn. De zenuwen maken deel uit van ons alarmsysteem; pijn waarschuwt ons voor beschadiging van de weke delen.
In de lage gedeelte van de lumbale wervelkolom komen een aantal zenuwen samen, die voor onze benen zorgen.
Deze aandoeningen ontstaan t.g.v. een beschadiging van de tussenwervelschijf. Bij een langdurige, verkeerde overbelasting en het minder stevig worden van de tussenwervelschijf kan deze naar één kant uitpuilen. Deze protrusie of bulging zorgt voor extra druk op de ligamenten en zenuwen in de buurt, met pijn als gevolg. Deze pijn kan plaatselijk blijven of uitstralen naar de bilstreek of de onderbenen.
Een discus hernia is een gevorderd stadium van discusprotrusie. Een hernia ontstaat wanneer de ring rondom de kern van de tussenwervelschijf scheurt. Er vormt zich een lokale uitstulping. Als de uitstulping een druk op de omliggende zenuwwortels veroorzaakt, spreken we van radiculaire pijn. De scherpe pijn kan tot in de heupstreek uitstralen. De druk kan plaatselijk een ontsteking veroorzaken en zelfs de zenuwwortel beschadigen, met mogelijk verlamming of gevoelsstoornis (tintelingen) tot gevolg.
Deze beschadigingen treden het meest op in het onderste deel van de rug. Dit omdat er vaak op deze plek van de wervelkolom de grootste krachten komen te staan. Hernia is een aandoening die in Nederland vaak voorkomt. Het meest komt de klacht voor bij mensen met een niet stabiele rug. Dit houdt in dat de rug niet stevig genoeg is doordat de omringende spieren in slechte conditie verkeert. In het algemeen is dit het geval bij mensen die passief werk verrichten. De klacht komt ook veel voor bij mensen die de rug verkeerd en/of te zwaar belasten. Dit proces van belasting kan geleidelijk verlopen. Zo kan iemand jaren de rug slecht belasten en hiervan pas op lange termijn de gevolgen van merken.
Risico’s voor uw rug
Er zijn een aantal risicofactoren bekend die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van lage rug klachten.
- veel tillen in combinatie met draaiende bewegingen;
- lang in een houding blijven zitten of staan;
- repeterend werk blijven doen;
- plotselinge hevige inspanningen verrichten;
- blootgesteld zijn aan veel trillingen;
- overgewicht;
- roken.
De kern is zoals gezegd voor het grootste deel met water gevuld. De kern verliest vocht bij belasting. Door ontlasting zuigt het weer vocht aan. Dit mechanisme wordt sponsmechanisme genoemd. Hoe groter de belasting, hoe meer vocht eruit geperst wordt.
Dit pompmechanisme is de enige voeding van de tussenwervelschijf. Er lopen geen bloedvaten doorheen. Dit houdt in, dat langdurig in een belastende houding zitten, staan, vooroverbuigen, etc. een nadelige invloed heeft op de voeding van de tussenwervelschijf. Regelmatig van houding en beweging te veranderen en veel wandelen heeft een gunstige invloed op de tussenwervelschijf.
- Probeer gewoon te blijven bewegen
Onderzoek heeft aangetoond dat niet bewegen of het vermijden van beweging uw rug meer kwaad doet dan goed. Het is belangrijk om zo gewoon mogelijk te blijven bewegen. Dan bent u eerder van uw klachten af. Probeer om door te gaan met uw dagelijkse activiteiten en taken, ook al heeft u pijn. Zonder uiteraard te overdrijven. Het is verkeerd om veel te doen op de dagen dat u weinig pijn heeft en weinig op de dagen dat u veel pijn heeft. Blijf bewegen, maar forceer niet. - Tillen
Sta er even bij stil hoe u gaat tillen en ken uw eigen kracht. Til en/of draag de dingen dicht tegen uw lichaam aan. Zak door uw knieën (in plaats van voorover te bukken) voordat u iets optilt. En voorkom dat u met uw rug draait terwijl u iets zwaars in handen heeft. - Houding
Uiteraard is een goede houding belangrijk. Loop en zit zoveel mogelijk rechtop. Wisselen van houding is gezond. Sterker nog, als u de hele dag op dezelfde manier zit of staat krijgt u eerder problemen. - Zitten
Gebruik een rechte stoel die goed steun geeft in uw onderrug. Vermijd het zitten op lage en zachte stoelen. Wanneer u lang achter elkaar moet zitten, probeer dan regelmatig te wisselen van houding, en waar mogelijk, elke 20 – 30 min. even op te staan en te bewegen. Ga ook na of uw werkoppervlak een comfortabele hoogte heeft.
Fout Goed
- Staan
Als u lange tijd achter elkaar moet staan, probeer dan regelmatig te wisselen van houding en waar mogelijk elke 20 – 30 min. toch even te zitten. - Werk
Wanneer u zich ziek meldt op uw werk, houd dan contact met uw werkgever en uw collega’s. Eventueel kunt u proberen om een deel van de dag weer aan het werk te gaan. Zo blijft u toch betrokken. Naarmate u langer thuiszit, wordt het moeilijker om uw werk weer op te pakken. Ook groeit de kans op langdurig werkverzuim. - In conditie blijven
Wie fit blijft, loopt minder risico dat de rugpijn weer terug komt. Daar kunt u aan werken door regelmatig te bewegen onder begeleiding van fysiotherapie. Tevens kunt u bijvoorbeeld wandelen, zwemmen of fietsen. Doe vooral wat u leuk vindt, want dan gaat u er makkelijker op termijn mee door. En dat is voor uw rug het beste. - Ontspannen
Bij een goede conditie hoort ook ontspanning. Stress zorgt voor een gespannen houding en dit vergroot de kans op rugpijn.