De Longen
De lucht die we inademen gaat via de neus of mond naar binnen, langs de keel en stembanden door de luchtpijp naar de linker- en rechterlong. De luchtpijp splitst zich in twee takken (bronchiën) naar de twee longen. De bronchiën vertakken zich op hun beurt in steeds nauwer wordende takjes. Aan de uiteinden van de kleinste takjes zitten de longblaasjes.
In de luchtpijp, de bronchiën en de eerste vertakkingen zit kraakbeen in de wand, zodat deze doorgangen altijd open blijven. De longen zijn qua bouw te vergelijken met een bloemkool: een stronk die zich vertakt en vertakkingen (bronchiën) die eindigen in bloemkoolroosjes (trosjes longblaasjes).
Om de longblaasjes heen lopen kleine bloedvaatjes. De ingeademde zuurstof komt hier vanuit de longblaasjes in het bloed. Het bloed vervoert de zuurstof vervolgens door het hele lichaam. Het bloed geeft afvalstoffen terug aan de longblaasjes, namelijk koolzuur. Dit koolzuur ademen we uit. De meeste mensen ademen in door hun neus. De haartjes en het slijm in de neus verwarmen en bevochtigen de ingeademde lucht en ze houden al veel stofjes uit de lucht tegen. Het reukzintuig in de neus keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt het lichaam als er stinkende gassen in zitten. Ook de longen zijn bekleed met een slijmvlies waarop ingeademd vuil neerslaat. Dat vuil moet weg uit de longen. Hiervoor zorgen de trilhaartjes, die het slijm naar de keel vervoeren. Het slijm wordt dan opgehoest of ingeslikt (ingeslikt slijm gaat met de ontlasting naar buiten).
Als er per ongeluk iets groots in de luchtpijp komt, zoals een broodkruimel, dan gaan mensen hoesten. Daarbij schiet een luchtstoot de kruimel uit de luchtpijp. Om de luchtwegen heen zitten spiertjes die tijdens hoesten samentrekken. Zo voorkomen ze dat iets groots nog dieper in de longen komt. Als de spieren zich ontspannen, krijgen de luchtwegen weer hun normale doorgang.
Astma, longemfyseem en chronische bronchitis werden vroeger vaak met één naam aangeduid: CARA. Ze hebben allemaal te maken met ontstekingen van de luchtwegen. Maar de ontsteking bij astma heeft een andere oorzaak dan die bij chronische bronchitis en longemfyseem. Ook de behandeling is anders. Vandaar dat nu wordt gesproken over astma en COPD.
De Engelse afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Diseases (chronische obstructieve longaandoeningen). Bij COPD zijn de luchtwegen vernauwd door een ontsteking en bij een ernstige vorm zijn de longen beschadigd. Roken is vaak de belangrijkste oorzaak van deze beschadiging. Chronische bronchitis komt alleen voor bij volwassenen. Wanneer kinderen ‘bronchitis’ hebben, komt dat meestal door een virusinfectie. In Nederland heeft 2% van alle mensen COPD. De ziekte komt vooral veel voor bij ouderen (17% van de mensen boven de 80 jaar heeft COPD). Er komen in Nederland, net zoals in de rest van de wereld, alsmaar mensen met COPD bij.
COPD kent verschillende fases. Van de mensen met COPD heeft ongeveer 80% licht of matig COPD; de anderen hebben ernstig of zeer ernstig COPD. Maar wanneer spreken we van licht en wanneer van ernstig COPD? Een indeling hiervoor die wereldwijd veel gebruikt wordt is de GOLD indeling. Hierbij wordt de beschadiging van de longen gebruikt om aan te geven hoe ernstig de COPD is. Een blaastest geeft aan hoeveel lucht de longen nog in- en uitademen (het ademvolume). De GOLD indeling vergelijkt de uitslag van de blaastest met het ademvolume van een gezond persoon van dezelfde leeftijd (het verwachte ademvolume).
De GOLD indeling ziet er als volgt uit:
- Gold 0, geen COPD – het ademvolume is 100% van het verwachte ademvolume
- Gold I, licht COPD – het ademvolume is 80% tot 100% van het verwachte ademvolume
- Gold II, matig COPD – het ademvolume is 50 tot 80% van het verwachte ademvolume
- Gold III, ernstig COPD – het ademvolume is 30 tot 50% van het verwachte ademvolume
- Gold IV, zeer ernstig COPD – het ademvolume is 30% of minder van het verwachte ademvolume
Uw ademvolume zou bepaald dienen te worden wanneer u verhoogd risico heeft op COPD. Wanneer u tot de beschreven risicogroep behoort en uw arts heeft uw ademvolume nog niet bepaald, dan is het verstandig om uw arts hier om te vragen.
Iemand met COPD wordt niet meer beter. Het is een chronische ziekte en de beschadiging is niet te herstellen. Een goede aanpak kan wel bijdragen aan een minder snelle achteruitgang van de longen. Ook kunnen klachten enigszins verlicht worden. Het is wel belangrijk om de klachten serieus te nemen. De behandeling van een arts is een deel van de aanpak, daarnaast kunt u zelf veel doen. Een gezonde leefwijze, een positieve instelling, voldoende beweging en in, een aantal gevallen zuurstof, hebben een positieve invloed op het verloop van de ziekte.
Voorkom verdere schade aan uw longen. Stoppen met roken is veruit de belangrijkste stap, want daardoor verergert de ziekte minder snel. Ook als u al jaren rookt, is stoppen echt zinvol. Uw longverpleegkundige kan u hierbij helpen.
Probeer in een zo goed mogelijke conditie te blijven. Voldoende bewegen is voor iedereen goed, maar voor mensen met COPD onmisbaar. Elke dag een stevige wandeling, fietsen of zwemmen is genoeg om uw conditie op peil te houden. Uw fysiotherapeut kan u hierin begeleiden, met als doel de conditie te verhogen.
Het is belangrijk dat u uw medicijnen gebruikt zoals voorgeschreven. Medicijnen kunnen de longen niet herstellen, maar zorgen er vaak wel voor dat u minder hoest en minder benauwd wordt.
- Stop met roken
- Vermijd meeroken
- Houd uw conditie op peil
- Beweeg voldoende
- Eet gezond en let op uw gewicht
- Gebruik uw medicijnen goed